“This old man,” I said at length, “is the type and the genius of deep crime. He refuses to be alone. He is the man of the crowd. It will be in vain to follow; for I shall learn no more of him, nor of his deeds. The worst heart of the world is a grosser book than the ‘Hortulus Animae,’ and perhaps it is but one of the great mercies of God that ‘er lasst sich nicht lesen’.”
Edgar Allan Poe, The Man of the Crowd.Ik stap in mijn auto en zoek mijn weg langs het netwerk van snelwegen dat mijn continent omspant. De einder lokt. Ik accelereer. De weg verglijdt obstakelloos. Mijn auto berijdt niet alleen de snelweg: hij baant zich via het dashboard een weg naar mij als bestuurder, hij informeert mij omtrent zijn toestand. Via de radionetwerken ben ik omgeven van informatie over de stand van het verkeer. Ik kan alleen met de grootst mogelijke snelheid onderweg zijn wanneer het netwerk van snelwegen als door een schaduw is verdubbeld door het netwerk van de communicatie. Een ogenblik ben ik sprakeloos. Ik zou niet weten hoe ik de evenwijdigheid van de netwerken van snelwegen en van de communicatiekanalen ter sprake zou moeten brengen. De taal die ik daarvoor zou gebruiken is immers zelf weer communicatieinstrument.
Wanneer ik al getroffen zou raken door de gelijktijdigheid van de versnelling van het vervoer van goederen en van boodschappen, wanneer ik zou merken dat dezelfde versnelling in het geding is in de uitdaging tot beheersing, de machinatie, en in de communicatie, dan nog zou ik niet weten wat ik met die parallellie aanmoet.
Lees verder: The Man of the Crowd (pdf)