Wer sich in Sein und Zeit vertieft und Zeuge ist der eigentümlichen Aushöhlungen und Verlegungen, denen die alltäglichen Begriffe in diesem Werke ausgesetzt sind, wird sich die Frage stellen, welcher Status Heideggers Aussagen zukomme. Diese Aussagen haben die Form einer Proposition, aber von Anfang an ist deutlich erkennbar, dass es nicht die Sache der Heideggerschen Philosophie ist, Sachverhalte zu beschreiben. Eine ausführliche Antwort auf die fundamental-methodische Frage nach dem Status von Heideggers Aussagen gibt es in Sein und Zeit nicht.
Aber Heidegger gibt in Sein und Zeit einen Hinweis auf die Art und Weise seines philosophischen Vorgehens, wenn er alle zentralen Begriffe als formalanzeigend bezeichnet. Was dies besagt, wird in Sein und Zeit nicht systematisch untersucht, aber diese Untersuchung liegt in einigen früheren, zum Teil erst neulich veröffentlichten Arbeiten vor. Es ist unsere Absicht, den Status der Formalanzeige anhand dieser Arbeiten zu erläutern; damit wird einerseits Licht auf den Bau und die Bewegung des Denkens Heideggers in der Zeit der Marburger Vorlesungen geworfen, andererseits wird deutlich werden, worin Heideggers radikale Transformation der Hermeneutik besteht.
Gadamers wijsgerige interpretatieleer
Het leven van mensen hangt als een lappendeken van duidingen en misverstanden aan elkaar. Zodra dit altijd voortdurende spel van vatten, vergeten en misvatten min of meer systematisch wordt gespeeld spreken wij van interpreteren. Als term die het voorthematisch begrijpen en het interpreteren omvat gebruik ik het woord verstaan. Verstaan speelt een hoofdrol in de cultuurwetenschappen en een niet onaanzienlijke rol in menswetenschappen – maar niet alleen daar. Ook buiten de wetenschap wordt er geduid en geïnterpreteerd, in kunst, geschiedenis, journalistiek, filosofie, etc.
Wanneer een filosoof zich bezighoudt met het verstaan, staan hem verschillende wegen open. Hij kan proberen de kunst van het verstaan te bevorderen door er een kunstleer of methodenleer voor te ontwikkelen. Daar is het Gadamer in zijn hermeneutica niet om te doen. Hij vraagt niet hoe men moet verstaan, maar wat er gebeurt wanneer er begrepen en geïnterpreteerd wordt.
Heideggers filosofie van de levende natuur
Die Erfahrung des Seienden in seinem Sein, die hier zur Sprache kommt, ist nicht pessimistisch und nicht nihilistisch; sie ist auch nicht optimistisch. Sie bleibt tragisch. Doch das ist ein überhebliches Wort.
Holzwege 357In 1983 is deel 29/30 uit de complete uitgave van het werk van Heidegger verschenen. Dit deel, dat getiteld is Grundbegriffe der Metaphysik en dat colleges uit 1929 en 1930 bevat, is belangwekkend, niet alleen omdat het een uitvoerige analyse van de grondstemming van de Langeweile behelst, maar ook omdat hierin uitvoerig Heideggers opvattingen over de zijnswijze van de levende wezens, over de verhouding tussen dieren en mensen, en over de relatie van natuur en wereld naar voren komen. Mijn eerste doelstelling is: het analyseren van Heideggers opvattingen over leven en natuur in GM, en het vergelijken ervan, zowel met zijn gedachtegang in SZ, als met de ontwikkelingsgang van zijn filosofie in latere decennia.