Lezing voor de historische studievereniging te Leiden [21-11-2001]
Het is niet eenvoudig om de gedachte dat de geschiedenis ten einde is goed onder woorden te brengen. Zij houdt niet de voorspelling in dat er geen historische opeenvolgingen meer plaatsvinden. Dat er feiten en data blijven voorkomen sluit het einde van de geschiedenis niet uit. Wat kan dat betekenen?
De these dat de geschiedenis ten einde is vind je vooral bij Duitse filosofen sinds Hegel – bij Hegel zelf, bij Marx en bij Nietzsche. De laatste verdediger van deze gedachte is evenwel een Amerikaan – Francis Fukuyama die in 1992 het boek The End of History and the Last Man publiceerde. Al deze denkers gaan ervan uit dat de geschiedenis iets anders is dan een opeenvolging van gebeurtenissen, omdat ze een bepaalde lijn of betekenis heeft. De geschiedenis kent volgens hen een ontwikkeling, en elke fase daarbinnen ontstaat door het optreden van contradicties of vervreemdingen in eerdere fasen. Zo zal een agrarisch georganiseerde samenleving die verstedelijkt raakt in contradicties terechtkomen en nieuwe wegen van zelfverwerkelijking moeten zoeken.