Planten en bomen, aldus Oudemans, zijn geen geestloze ‘machines’, tegenover mensen met ‘bewustzijn’. Al deze levensvormen zijn ‘complexe systemen die voortdurend energie moeten opnemen, deze moeten verwerken tot arbeid ten behoeve van het overleven, en als onbruikbare rest moeten afstoten’. Met een onvermijdelijk eindpunt: de dood, want ‘complexe organismen zijn er, als het ware, „om” dood te gaan’.
Op dit darwinistisch-genetische spoor zat Oudemans ook al in eerder werk, maar Plantaardig is er de culminatie van. Het is ook een opmerkelijke stijlbreuk met die eerdere, aforistische geschriften. Het boek is veel toegankelijker (een woord dat altijd vloeken leek in de kerk van Oudemans ) en bovendien geïllustreerd met talrijke kleurenfoto’s van bomen en planten, inclusief een van de auteur in zijn eigen bomentuin in het Groningse Wedde. Natuurliefhebbers kunnen hun hart ophalen, en krijgen een stevig gietertje filosofie mee.