Th.C.W. Oudemans is met zijn onderzoeksgroep een oratieproject gestart. Hierin worden de naoorlogse oraties van Nederlandstalige filosofen besproken. Hij schrijft:
Sinds Darwin is duidelijk dat de aloude filosofische idea of essentie veranderlijk is, en dat de ene soort voortkomt uit de andere. Dat geldt ook voor mij. Ik ben een product van de levende natuur die ik graag had willen kennen en beheersen. Ik kan mij er in mijn denken niet boven verheffen want ik maak er deel van uit.
En toch: in een ‘filosofische discussie’ denken mensen nog altijd dat zij zelf denken, dat zij kritisch zijn en argumentatief. Inmiddels moet duidelijk zijn dat filosofische gesprekken zo eenvoudig niet zijn. Je bent inbegrepen in datgene waarover je dacht te praten.
In het nu startende oratieproject wordt geprobeerd om niet discussiërend, maar filosofisch-semantisch te lezen, dat wil zeggen zo, dat zowel de schrijver als de lezer worden beproefd met betrekking tot de vraag of hun taal niet is losgezongen van datgene wat er überhaupt te zeggen valt: de taal die mij altijd blijft omgeven en die deel uitmaakt van de natuur die alleen in de taal van zich blijk geeft, in de bewegingen van onttrekking en toewijzing van betekenis.
De eerste bespreking heet Homo homini agnus en betreft de oratie Wereldburgers in eigen land, van prof. dr. P. Kleingeld.
Lees: Inleiding tot het oratieproject (.doc)
Lees: Homo homini agnus (.doc)
Lees: Wereldburgers in eigen land (.pdf)